Na een week in gigantische wereldsteden, leek Hakone ons een mooie relaxte uitvalsbasis. Dit dorpje ligt ongeveer een uur onder Tokyo en staat vooral bekend om de warmwaterbaden: onsen. Dat wilde ik wel eens meemaken…
Maandag 2 oktober
Op maandagochtend vertrokken we, na een heel groot en heel zoet ontbijt in Tokyo, naar Hakone. We namen voor het eerst de Shinkansen, dat is die extreem snelle trein. Moet je ook flink voor dokken, maar dat is het absoluut waard. (Wij hadden JR Rail Passes waarmee we 2 weken onbeperkt konden reizen). Met deze trein reizen heeft meer iets weg van een luxe vliegtuig. De stoelen zijn lekker ruim en alles is keurig netjes strak en goed geregeld. Op sommige trajecten moet je een stoel reserveren, zeker in het hoogseizoen, maar dat deden wij niet. De meeste Shinkansen hebben wagons met en zonder ‘reserved seats’ en bij ons was er steeds plek zat.
Rond de lunch kwamen we aan op het treinstation Hakone-Yumoto. Met honger streken we neer bij het eerste het beste restaurant dat we tegenkwamen. Dat was echt een succes: misschien hebben we hier allebei wel de lekkerste gerechten van de hele vakantie op. Ik ging voor een spannend ogende noedelsoep, Okame. Joran had een Japanse curry die uit elkaar barstte van de smaken. Echt héél goed! Ik heb geen idee wat er allemaal in zat (Google Translate via foto’s is handig maar werkt niet altijd even goed) dus ik kan het niet namaken, helaas.
Na de lunch bracht een taxi ons naar het guesthouse iets hoger in de bergen: Hakonenomori Okada. Dat was behoorlijke vergane glorie, maar we verbleven er toch maar twee nachten. Prima. Vanaf het guesthouse kon je nergens naartoe zonder taxi en dat klinkt kut, maar was eigenlijk ook wel relaxed. We kónden ook gewoon even niks anders dan boeken lezen (ik) en gamen (hij). Wel badderde ik nog even in de onsen van het verblijf. Vond ik best spannend, want onsen bezoek je poedeltjenaakt en ik ben best wel preuts. Maar ik dacht ook: ik ben aan de andere kant van de wereld, boeiend. Dus, daar ging ik, met m’n Japanse badjas (geen kimono, maar ik weet ook niet hoe het wel heet) via de wasruimte naar de warme baden in de buitenlucht. Volgens mij was ik de enige toerist tussen heel veel mensen die wél wisten hoe het werkt, dus dat was een tikkie ongemakkelijk. Maar I did it, joehoe.
Daarna aten we bij het restaurant van het hotel, maar dat was zeer teleurstellend. Ze hebben ook geen incentive om hun best te doen want gasten hebben toch geen andere keuze. Je moet daar wel eten ’s avonds. Daarna gingen we lekker vroeg naar bed (met veel chips).
RESTAURANT LUNCH: zit op 706 Yumoto (heeft geen Engelse naam)
Dinsdag 3 oktober
Tijd om weer wat te doen! Joran had een leuke route door het natuurgebied gevonden, waar we met één toegangsticket (die heette iets van Hakone Free Pass) een leuke tour van konden maken. De hele dag reisden we met de trein, bussen, gondels en boten door de omgeving. Heerlijk op ons gemak en met lekker veel koffiepauzes. That’s how we like it.
Eerder voeren we over Lake Ashi, daarna reden we met de bus naar Gotemba. In die stad zou je een mooi uitzicht hebben op Mount Fuji, maar die hing helemaal in de mist. We dronken daarom een kop koffie bij een willekeurig tentje bij het station en namen daarna direct de bus weer terug. Dat tentje is het benoemen trouwens nog wel waard: het zag eruit als een rommelig atelier. Dat was het waarschijnlijk ook, want de man van de eigenaresse was fotograaf en met handen en voeten hadden we hele gesprekken over Nederlandse kunstenaars en de Japanse cultuur. Hij wilde ook graag een foto van me maken voor in zijn collectie. Word ik zomaar gescout als model in Japan, jeetje.
In de buurt van het meer namen we de kabelbaan naar Togendai, een gebied in de bergen met actieve geisers. Je kunt je voorstellen: dat stinkt. Maar wel vet om te zien!
Eenmaal terug in Hakone haalde ik snacks bij de 7/11 (als avondeten) en daarna hing ik nog even rond in de warme onsen. Ook las ik het eerste boek van deze vakantie uit: De Hulp, van Freida McFadden. Dit zei ik erover op Insta:
“Ideaal boek voor op vakantie: spannend, verrassend en makkelijk te volgen. De vertaling vanuit het Engels vond ik niet zo goed gedaan en het verhaal is in de laatste 20-30 pagina’s totaal afgeraffeld en heel onrealistisch. Zonde! Al met al wel van genoten.”
KOFFIEZAAK: Love is Art, bij het station van Gotemba
Woensdag 4 oktober
Woensdagochtend pikte de taxi ons al vroeg op. Die gooide ons af bij het treinstation, waar wij vertrokken naar de plek waar ik het meest nieuwsgierig naar was: Osaka. Snel meer 🙂
0 reacties