Het laatste reisdagboek over Thailand, van de laatste bestemming Koh Tao. Dit eiland is de meest logische volgende stap na Koh Phangan en we waren hier dan ook niet alleen (…) Ik was hier vier nachten en heb letterlijk iedere nacht ergens anders geslapen. Veel mensen halen op dit eiland hun duikbrevet omdat het een van de mooiste en goedkoopste plekken ter wereld is voor duikers. M’n brevet hoefde ik niet, maar een proefles leek me heel vet. Spoiler: op dit prachtige Koh Tao werd ik zo ziek als een (zee)(haha)hond dus ik heb hier niet zo veel meer uitgevoerd.
Vrijdag 22 juli
Ik zag een beetje op tegen het wakker worden, zo na de Full moon, maar het viel me eigenlijk alles mee. Ik had niet veel alcohol gedronken omdat ik er in deze warmte vet slecht tegen kan en dus heel snel misselijk word. Maar goed, ik voelde me dus prima en ging voor een laatste ontbijtje op deze heerlijke plek. Daarna vertrokken Inge en ik naar de haven van Koh Phangan, waar we de boot namen richting Koh Tao. Terwijl de boot langzaam het eiland nadert, lijkt het alsof het er onbewoond is. Je ziet huisjes, maar door de dichte begroeiing zie je geen mensen, scooters of auto’s. Heel mooi: het uitzicht van een tropisch groen eiland met licht zand en een felblauwe zee. Het is hier een paradijsje. Op de kade word je meteen uit die droom geholpen: we waren niet de enigen met het plan om het partyeiland (Koh Phangan dus) zo snel mogelijk te verlaten. Overal waar je kijkt lopen toeristen en tientallen taxichauffeurs schreeuwen om je aandacht. Die hadden we nog even niet nodig, want we besloten meteen naar de duikschool te gaan waar Inge een paar dagen zou verblijven. Dit was dicht bij de haven, waar we rustig konden zitten en waar ik met wifi op zoek kon naar een hostel voor mij. Dat was een hele grote fout, dat had ik eerder moeten regelen. Koh Tao was hélemaal vol, op een paar afgelegen hostels na. En zo belandde ik met Tess en Nienke, die een boot later hadden, in een kamertje in de jungle zonder water. Het leek net scoutingkamp, dus ik kon er nog wel om lachen. Na een powernap liepen we naar Sairee Beach, waar je gezellig kunt eten, drinken en uitgaan. Na een goed bord eten in een, voor de verandering, keurig restaurant konden we nauwelijks energie vinden om te betalen, dus we besloten al vroeg terug te gaan. Onderweg naar het hostel voelde ik me steeds beroerder worden… zou het zover zijn?
Zaterdag 23 juli
Ik kwam moeilijk in slaap, maar had er wel vertrouwen in dat ik me vandaag weer goed zou voelen. Het gaat al de hele reis goed, waarom zou het nu in een fatsoenlijk restaurant mis gaan bij een bord rijst met kip? I was so wrong: ik was slap, had kramp en was heel misselijk. Tess en Nienke voelden zich ook behoorlijk slecht, maar we moesten toch echt uit bed om weer uit te checken. Ziek zijn in dit gehucht leek ons ook niet echt fijn. Tot overmaat van ramp begon het ook nog eens te regenen toen wij met onze zware tassen richting de haven vertrokken. De rest van de dag zijn we letterlijk alleen maar bezig geweest met het vinden van een slaapplek… Alles zat vol of was véél te duur voor ons. Uiteindelijk regelden we een bungalow voor 2 personen waar we stiekem met z’n drieën in sliepen. Nog steeds duur, maar voor een nachtje een fijne en schone kamer was heel fijn! Met ons laatste beetje energie (jeetje wat klinkt dit dramatisch, maar ik was echt op) strompelden we naar het strand om wat te eten. Ik kon aan niets anders denken dan aan augurken, paprika en andere groene gezonde dingen, dus ik ging voor een Griekse salade. Natuurlijk heb ik het personeel met de nodige gebarentaal duidelijk gemaakt dat ze ‘t echt even in schoon water moesten wassen in plaats van kraanwater. Volgens mij kwam het wel binnen, maar zo niet maakte het eigenlijk ook vrij weinig meer uit. We gingen weer vroeg naar bed om aan te sterken.
Zondag 24 juli
Ik merk meteen dat ik me een heel stuk beter voel. Gelukkig maar, want we gaan vandaag de hele dag varen. Sjoerd en Jutta, die we al ontmoetten in Pai, zijn ook op Koh Tao en samen met hen gingen we een dag snorkelen rondom het eiland. Met een grote boot vol toeristen vertrokken we vanuit Mae Haad naar de mooiste plekjes. Koh Tao staat bekend als een prachtige locatie om te duiken, maar ook met alleen een snorkel is het al onbeschrijfelijk mooi. Ik dacht eigenlijk dat ik het niet zou kunnen, zo ademen zonder neus, maar ik vond het geweldig en heel rustgevend. Het koraal had de meest bijzondere vormen en kleuren en de vissen leken rechtstreeks uit Finding Nemo te komen. En daar zwom je dan tussen hè! Totaal niet eng, alleen maar bizar mooi. Echt zo’n ‘holy shit waar bén ik!?’-moment, zoals ik er een hele hoop heb gehad deze reis. Onderweg stopten we bij Nang Yuan Island, heel mooi maar zo toeristisch dat ik me er eigenlijk alleen maar aan kon irriteren. Ik schaam me bijna dat ik dat zeg, want het was echt een plaatje om te zien. Toch vind ik het ook belangrijk om dit soort dingen te verwerken in mijn reisdagboek, op dat moment wilde ik namelijk echt heel graag gewoon weg daar en waarom zou ik het achteraf mooier maken dan het was? Het snorkelen was wél een dikke aanrader en voor herhaling vatbaar, dat zeker. Na de tocht namen Tess en ik afscheid van de rest, omdat zij naar hun volgende bestemming vertrokken. Wij gingen weer op zoek naar een plaats om te slapen. We haalden onze tassen op bij het resort van die avond hiervoor en raakten toen in gesprek met de eigenaar (die natuurlijk niet wist dat we er met z’n drieën hadden geslapen). Hij wees naar zijn tuinkussens op het terras en grapte dat we daar wel mochten slapen. Ho, wacht even. Dat hoef je mij geen twee keer te vertellen, dit vind ik leuk! Buiten slapen tijdens je backpackreis, dat moet je meemaken toch? En zo sliepen wij die avond dus tussen de mieren, pal aan zee op tuinkussens. Midden in de nacht schrok ik wakker van de muggen, Tess van hard gesnurk dat ze naast ons hoorde. Nadat we een uur lang fluisterend alle rampscenario’s van waakhond tot junkie hadden doorgenomen, vielen we als een blok weer in slaap.
Maandag 25 juli
Ik werd pas wakker toen er rond half 10 gewoon gasten langs liepen. Wat dat gesnurk nou is geweest weten we nog steeds niet, maar de angst was het vinkje op onze bucketlist waard. We begonnen de ochtend heel langzaam bij een veel te hippe koffiezaak voor Thaise begrippen. Ik ging voor een heerlijke ijskoffie en wafels die echt niet te vreten waren, helaas. De rest van de dag hingen we rond op diezelfde tuinkussens, met wifi en chips. Tess had rond 3u de boot terug naar Koh Phangan, en ook na ons afscheid bleef ik lekker lui liggen. Ik had ook gewoon geen zin meer om op het strand in de zon te liggen. Vanaf mijn kussentje kon ik de zee ook wel zien. Tegen de avond liep ik naar de duikschool van Inge, waar zij en haar groep net hun duikbrevet hadden behaald. Na een douche in het hotel van Inge (waar ik die nacht ook stiekem bleef slapen) liepen we terug en aten we met haar nieuwe vrienden de lekkerste pizza ooit. Met een iets kleiner groepje vertrokken we daarna naar Sairee Beach voor de Ladyboy Cabaret Show, waar ik eigenlijk de hele vakantie nog eens heen wilde! Die shemales waar ik al een paar keer eerder over vertelde, hebben op veel plekken in Thailand een eigen show waar veel toeristen op af komen. Dit is een playbackshow waarbij bij ieder nummer een andere ladyboy de zangeres imiteert en de rest is dan achtergronddanseres en aanbidder. Ik heb zó hard gelachen, echt heel leuk om een keer mee te maken en te zien hoe de dansers genieten (zo leek het tenminste wel echt, ik hoop dat dat ook zo was). Ook keken we naar een vuurshow op het strand, iets wat je in Thailand ‘echt moet hebben gezien’, maar ik was het tot daar nog nergens tegengekomen. De hele dag voelde ik me helemaal klaar om naar huis te gaan, maar deze perfecte laatste avond heeft er voor gezorgd dat ik toch moeite had met weggaan.
Dinsdag 26 & woensdag 27 juli
Dinsdag ging de wekker om 8u, maar ik was eigenlijk al een tijdje wakker omdat ik bang was om mijn boot te missen. Als ik die zou missen, zou ik namelijk ook de overstap op de volgende boot missen, de bus missen en wie weet ook veel te laat op het vliegveld aankomen. Voordat ik op die eerste boot zat heb ik nog een paar Aziaten bijna iets aangedaan. Ik vertoon weinig agressief gedrag in het dagelijks leven, maar ik werd hier zó gek van de drukte en de slechte organisatie van de boot dat ik me een paar keer echt in moest houden. Al het werk dat in Nederland door één iemand wordt uitgevoerd, gebeurd in Thailand door vijf mensen die totaal niet met elkaar communiceren en als er iets niet volgens planning gaat, kunnen ze niet anticiperen en houden ze stug vast aan hun richtlijnen die op zo’n moment echt niet werken. ‘Zal ik jullie eens iets heel praktisch leren?’, dacht ik regelmatig. In ieder geval, na een paar uur reizen kwam ik aan op het vliegveld waar ik me nog uren moest vermaken. Ook vreemd: controles bij binnenlandse vluchten nemen ze totaal niet serieus. Naar mijn tassen werd letterlijk niet gekeken en de man die naar mijn paspoort keek zat ongeïnteresseerd tegelijk lekker met z’n mobiel. In het vliegtuig zat ik naast twee Nederlanders die ook onderweg waren naar huis, waarmee ik meereisde naar het andere vliegveld in Bangkok. Vanaf daar gingen zij naar hun hotel, ik bleef op het vliegveld. Het was ondertussen 11u ‘s avonds en mijn vlucht zou om iets voor 10u die volgende ochtend vertrekken. Dat klinkt echt als een eeuwigheid, maar eigenlijk vloog het zo voorbij. Ik heb een hele tijd met Maudy geskyped (ik had goede wifi), een tijdje op een bankje geslapen bovenop al mijn spullen en ergens uitgebreid ontbeten. Daarna kon ik al inchecken en heb ik nog een tijdje in een stoel geslapen. De vlucht van Bangkok naar Dubai keek ik The Big Bang Theory en de film How To Be Single. Van Dubai naar Amsterdam heb ik vooral de tijd afgeteld, ik had echt geen zin meer in vliegen. Op Schiphol werd ik opgewacht door mijn moeder en broertjes, die volgens mij wel heel blij waren om me weer levend terug te zien. Ik was ook blij om hen weer te zien ♥
0 reacties