Paneer is mogelijk de saaiste kaas ooit maarrrr als je ‘m op de juiste manier klaarmaakt kan het een hele subtiele, lekkere bite geven aan gerechten. Curry’s meestal, zoals deze! Zorg dat je het blok paneer vooraf goed droogt. Dep het rondom af met een stuk keukenpapier of, in tijden van nood, met wc-papier. Huh? Ach ja. #quarantainecrisis
Snijd de paneer in stukjes en bak dat dan aan in een beetje (wok)olie. In een tweede, ruime pan verwarm je nog een scheut olie en daar fruit je het gesnipperde uitje en geperste teentje knoflook in. Bak ook de currypasta een paar minuten mee.
Giet de kokosmelk en een grote scheut water daarbij. Snijd de verse spinazie een beetje kleiner (dat eet lekkerder) en gooi dat handje voor handje bij de curry. Laat het slinken en terwijl je goed roert, laat je ook de saus indikken. Gooi de gebakken paneer er ook bij, dan neemt het de smaak van de curry op.
In de paneer-pan, ga je nu die makkelijke naan maken. Helemaal zelf! Het beslag maak je door yoghurt te mengen met bloem, bakpoeder en zout. Eventueel nog wat kruiden, zoals knoflookpoeder en komijn. Dit wordt een gigantische plakbende, dus ik roer het zelf eerst altijd in een kom door elkaar met een vork, en daarna met mijn handen. Dat vind ik zelf fijner werken. Verdeel het deeg in vieren en rol daar gladde balletjes van. Druk en knijp het plat en uiteen met je vingers, totdat ze zo groot zijn als je hand. Bak ze daarna aan beide kanten goudbruin in de pan met een nieuwe scheut olie.
Als de groene curry met paneer is ingedikt, dat zal ongeveer 15 minuten duren, schep je het in twee diepe borden. Steek de zelfgemaakte naan erbij en top af met een lepel frisse crème fraîche.